In de supermarkten is het al maanden niet meer te missen en als predikant-in-opleiding kun je er ook moeilijk om heen: het is Pasen, inmiddels geweest. Door een tijd van stilte en lijden heen naar opstanding en hoop. En ook de natuur werkt vrolijk mee: overal vind je sporen van lente, lammetjes, leven… Van mij mag het nog wel eventjes winter blijven.
Mijn vorige blog heeft de treffende titel ‘leren verliezen’. Treffend, want dat is precies wat ik op dit moment moet leren. Terwijl nieuw leven om ons heen ontluikt, hebben mijn partner en ik verdriet om de zwangerschap waar we zo lang op wachtten, die eindelijk kwam en toen toch niet door mocht gaan. Een paar weken leefden we tussen uitzinnige vreugde en allerlei zorgen: het is nog zo pril, er kan nog van alles mis gaan…
En toch. Vanaf het eerste moment dat die twee streepjes op de test verschenen, was er hoop. We groeiden samen toe naar deze nieuwe werkelijkheid. En toen was het ein-de-lijk tijd voor de eerste echo. En er was bloed. Er was geen hartslag. Er kwam een miskraam.
Gisteren sprak ik een journaliste van de Trouw, die me vroeg wat het voor mij betekent om predikant-in-opleiding te zijn. “Nou,” zei ik, “het betekent in ieder geval niet dat ik een model-gelovige ben, en dat wil ik ook niet worden. Ik heb mijn twijfels, mijn vragen, mijn worstelingen. Die gaan met me mee de preekstoel op, omdat ik het ben die daar die preekstoel beklimt.”
Want vragen, die zijn er te over. Vragen die ik heb als mens, als gelovige, als moeder-to-be, als predikant-to-be.
Wie legt me uit hoe alles werkt
Hoe groot het gat is tussen nu en nooit
En hoe het komt dat ik nu merk
Jij bent weg, maar dichterbij dan ooit
-BLØF
En dat ik vragen heb, dat roept ook weer allerlei vragen op. Is mijn vertrouwen niet groot genoeg? Mijn geloof niet sterk genoeg? Moet ik als theoloog niet juist antwoorden hebben op dit soort vragen? Als iemand bij mij als pastor komt met zulke vragen, sta ik dan ook met mijn mond vol tanden?
“Als je je leven het allerbelangrijkste vindt, dan zul je het voor altijd verliezen. Maar als je bereid bent om je leven op aarde op te geven, dan zul je het eeuwige leven krijgen.” (Johannes 12: 25, BGT)
Misschien wilde ik het té graag, richtte ik me daardoor nog te weinig op andere dingen. Misschien, als ik dit… misschien, als ik dat…
Maar hoe graag ik ook een verklaring wil, antwoorden, hoe graag ik ook iets of iemand de schuld wil geven: ik kan en wil niet geloven in een God die zo werkt.
Dat gezegd hebbende realiseerde ik me eens te meer hoe blij ik was dat ik dit jaar geen dienst had staan op Paasmorgen. Wel in de Paasnacht. Licht dat door het donker heen breekt. Ik zag er tegen op, wist niet of ik hier wel geloofwaardig in voor zou kunnen gaan. Maar dan hangt het gelukkig ook niet af van wat ik allemaal wel en niet kan, wel of niet voel op dat moment. Het licht van Pasen breekt door, hoe dan ook – en voor even breekt het ook door mijn getwijfel en geworstel.
Een paar weken geleden was ik in de kerk, voor de verandering in mijn eigen gemeente (EUG/Janskerkgemeente). Staande in de kring in het hoogkoor – zo sluiten we onze viering standaard af – vroeg de pastor ons in stilte een geloofsbelijdenis te bidden. Eerst kwam ik niet verder dan een brain freeze. En toen een stil stemmetje: “EEUWIGE… ik geloof. Kom mijn ongeloof te hulp.”
Dat is voor nu voldoende.
Rest assured my soul
That everyone’s restless
It’s been quite a fall for everyone
You’ve got more than most
So look above the sun
Light is coming on everywhere
Something in the back of my mind
Is running scared
Time is running on year on year
River ever rolling
But I’m still standing here
Light is coming on everywhere
Something in my mind is scared
I’m still
– Luke Sital-Singh