Advent: voorvreugde?

“Ad·vent (de; m): de vier weken vóór Kerstmis,” vertelt de Dikke van Dale mij gortdroog. Had je mij naar een definitie gevraagd, had het ongeveer zo geklonken: “Hmm… Kaarsen. En Weihnachtskekse, natuurlijk. Verwachting, uitzien naar, voorvreugde – al schijnt dat geen goed Nederlands woord te zijn, het dekt de lading beter dan ‘voorpret’.  En vergeet de …