Met de kerstdagen net achter de rug komt Oud en Nieuw al snel dichtbij. Zoals elk jaar ga ik daar een beetje melancholisch van mijmeren: wat heeft 2016 gebracht aan mooie en minder mooie dingen? Wat zou 2017 brengen, waar droom ik over als ik aan het komende jaar denk? Daarbij hou ik wel van cliché-gedachten (bijvoorbeeld op tegeltjes), vooral als ik ze op verrassende plekken tegenkom. In het circus, bijvoorbeeld.
Een avondje uit in Amsterdam: voor het eerst naar Carré en voor het eerst naar het Wereldkerstcircus. Een circus met alles erop en eraan: een spreekstalmeester met een hoge hoed, een hilarische clown en duizelingwekkende acts. Naast verbazing, verbijstering en veel verwondering kwam ik in het circus ook allerlei dingen tegen die me deden denken aan het afgelopen jaar. Een soort levensles-crashcursus, vergezeld van vermaak, mooie muziek en goed gezelschap. Wat wil een mens nog meer?
Een ding toch: een aantal van die gedachten delen. Daarom de belangrijksten op een rijtje.
Je hoeft het niet alleen te doen
Bij alle acts die voorbij kwamen in Carré, was er geen enkel nummer dat écht solo gedaan werd. De meeste stunts gebeurden in indrukwekkend teamverband en zelfs de clown en krachtpatser hadden het publiek en de mensen van de attributen nodig. Kortom: een sterk staaltje samenwerken. Dat samenwerken, dat blijft een lastig puntje als ik naar mezelf kijk. Juist en vooral als dingen lastig zijn. Juist dan niet koppig in je eentje blijven ploeteren, maar kijken of je de last kunt delen met mensen om je heen.
Iemand zei me ooit: “Je kunt het best alleen, dat weet ik wel. Maar je hóeft het niet alleen te doen.” Wijze woorden, die ik ook graag het komende jaar met me mee neem.

Vertrouwen kun je oefenen
Zie hierboven: zonder anderen lukt het niet. Voor alles wat je samen met anderen doet, is vertrouwen nodig. Je laat je niet vijftien meter door de lucht lanceren als je gelooft dat je teamgenoot je niet op tijd bij je handen grijpt. Je kunt niet op iemands hoofd gaan staan die op de rug van een paard staat zonder dat je je partner (en het paard) blindelings vertrouwt. Maar je kunt die dingen ook niet van de ene op de andere dag zomaar doen. Daar gaat ongetwijfeld heel wat oefening aan vooraf: het trainen van je spieren en van je vertrouwen. Dat kan ook best eens mis gaan. En ook als je wel een keer in dat vangnet dondert of van het paard af pleurt, de volgende keer moet je het gewoon opnieuw proberen. Omdat de act anders ophoudt. En ik denk dat het mettertijd makkelijker wordt, dat vertrouwen. Dat je merkt dat een keertje vallen niet het einde is, maar het begin van opnieuw proberen erop te vertrouwen dat het een volgende keer wél lukt. Of de keer daarna.
Durf op je bek te gaan
Door de lucht vliegen, vier borden tegelijkertijd in de lucht proberen te houden, of door een hoepel op meer dan drie meter hoogte kunnen springen – dat gaat dus niet zonder vallen. Dingen leren, nieuwe dingen uitproberen, gaat gepaard met af en toe pijnlijk op je bek gaan. Of dat nou in het echt gebeurt of vooral tussen je oren: het kan behoorlijk pijn doen. Is het dan beter om het maar niet te proberen? Om bij voorbaat al te denken, “dat kan ik toch niet”, zodat je ook niet met de teleurstelling hoeft te dealen? Dat is wel een van mijn favoriete methodes, moet ik zeggen. Maar als ik naar die fantastische staaltjes werk in het circus kijk, denk ik toch: om te vliegen moet je durven vallen.

Beste, lieve, gewaardeerde blog-lezer, ik wens je het beste voor het komende jaar. Alle goeds, en vooral: may all your days be circus days.