Laat ik deze blog maar met een bekentenis beginnen: ik ben dat irritante meisje in de collegebanken dat na een tentamen desgevraagd altijd zegt dat ze niet zeker weet of ze het wel gehaald heeft. Vroeger deed ik daar ook graag dramatisch over (sorry, everybody!), inmiddels heb ik geleerd dat ik beter mijn mond kan houden tot de uitslag er is. Want 99,9% van de tijd zit ik er grondig naast met mijn doemdenken. Hoe komt het dan toch dat ik dat doemdenken zo goed in stand weet te houden?
Het twijfelen-of-ik-het-wel-kan is een gevoel dat al lang met mij meereist en zich in verschillende vormen hecht aan dingen die ik graag doe. Van het schrijven van een blogje (‘wie zit hier nu op te wachten?!’) tot voorgaan (zelfde vraag) en wetenschappelijk onderzoek – ik vraag me graag en lang af waar ik in ’s hemelsnaam eigenlijk mee bezig ben. En waar anderen mee bezig zijn: hoe kan het toch dat anderen nog niet opgemerkt hebben dat ik maar wat aanmodder en er stiekem niets van bak? Er moet een dag aankomen, mijn persoonlijke Dag des Oordeels, waarop het hele kaartenhuis in elkaar stort.
Van een vriend leerde ik jaren geleden dat er een hippe term is voor het gevoel dat je als verklede gans tussen een stel bekwame pinguïns waggelt: het ‘impostor syndrome’. Wie dit Google-t, vindt er allerlei artikelen over. Psychologie Magazine vat het mooi samen: “Het ‘impostor phenomenon’ wordt het genoemd: het gevoel dat je eigenlijk niks kunt en dat alleen je baas dat nog niet heeft ontdekt. Zelfs Jodie Foster heeft er last van. ‘Ik dacht: ze komen erachter, ze kloppen op de deur en dan vragen ze die Oscar terug.’” (Klik hier voor het hele artikel)
Jodie Foster heeft last van het gevoel dat ze er niks van kan?! Die mooie, getalenteerde, wijze vrouw? Ik kan het bijna niet geloven. Maar langzamerhand schieten me een aantal gesprekken te binnen die ik de laatste jaren met verschillende mensen gevoerd heb. Mensen waarvan ik denk dat ze alles – of in ieder geval het meeste – op een rijtje hebben. Die goed zijn in wat ze doen en daar veel plezier in hebben. Die dit (ogenschijnlijk) met gemak en een gezonde dosis zelfvertrouwen doen, en weten dat ze goed zijn in wat ze doen. Stuk voor stuk lieve, leuke, getalenteerde en bekwame mensen. En stuk voor stuk mensen die af en toe hartgrondig aan zichzelf twijfelen en denken dat ze binnenkort door de mand gaan vallen.

Een simpele oplossing voor het twijfelen is er niet. Want er kunnen nog zo veel mensen zijn die je vertellen dat je het wél kunt, er kunnen nog zo veel dingen zijn die je met succes doet – uiteindelijk moet je er zelf in gaan geloven. Van binnen uit, niet van buiten af.
Hoe dan? Wie het weet, mag het mij komen uitleggen. Een stappen-plan, een kant-en-klare oplossing heb ik niet voor je, en ook niet voor mezelf. Wel leer ik langzaam een aantal dingen die me een beetje helpen. Humor hoort zeker in dat rijtje thuis: af en toe even lachen om jezelf – niet om jezelf nog verder de grond in te boren, maar om de boel een beetje te relativeren.

Een stukje relativering van mijn twijfels zit voor mij ook in geloven. Ik geloof dat wij allemaal onderdeel zijn van Gods schepping en dat die schepping met liefde is gemaakt – al snap ik er soms de ballen van en lijkt die liefde ver te zoeken als je naar de wereld om je heen kijkt. Op zondagmorgen in een kerkdienst of in het pastoraat maak ik er graag een punt van te benadrukken dat we niet altijd hoeven te presteren en ons best te hoeven doen om liefgehad te worden (preekt elke predikant niet ook in eerste instantie tegen zichzelf…?).
Dat betekent niet dat we maar achteloos moeten leven en onze acties er niet toe doen. Integendeel, juist. Maar het betekent wél dat we ons bestaansrecht niet hoeven te verdienen met goede prestaties. Dat ons bestaan, dat mijn bestaan intrinsieke waarde heeft en dat dit geldt voor ieder mens. In Psalm 139 (uit de Bijbel in Gewone Taal) klinkt dat zo: “1God, U weet alles van mij, U kent mij. […] 15U hebt me al gezien toen ik in het geheim gemaakt werd. U hebt me al gezien toen ik diep in de aarde ontstond.16Toen mijn lichaam nog geen vorm had, zag u mij al. Nog voordat ik werd geboren, wist u alles al van mij.”

Voor mij betekent dit: God is erbij. God was erbij vanaf het eerste begin en God houdt niet op erbij te zijn. Soms raak ik zo opgeslokt door mijn eigen twijfels en angsten, zo verstrikt in al mijn ik-moet-harder-mijn-best-doen, dat ik dat volledig vergeet. En eerlijk is eerlijk: soms kan ik het wel bedenken, maar lang niet altijd kan ik het ook daadwerkelijk voelen: dat ik mag zijn. Los van wat ik doe en kan. Maar als ik ervan overtuigd ben – en dat ben ik – dat dit voor anderen geldt, zal ik er ook langzaam in/aan moeten geloven dat ik niet de uitzondering op de regel vorm.
Tenslotte: wat ook helpt, is het besef dat mijn eigen gedachten niet altijd gelijk hebben, en dat ik echt, écht niet de enige ben. Ik schrijf geen blogs over mijn twijfels zodat je me zielig vindt of me nog maar eens vertelt dat ik het héús wel kan. Nee, ik schrijf deze blog om te zeggen: ik ben hier niet alleen in, en jij bent het ook niet. Het mag allemaal erg happy en geslaagd lijken, en er is ook veel om ‘happy’ mee te zijn en er is ook veel dat slaagt. Maar er zijn ook twijfels en angsten en genoeg momenten dat ik denk dat ik door de mand ga vallen. Als het niet vandaag is, dan morgen wel.
Dan is het tijd voor een beetje ‘mercy’. Voor een beetje delen, een beetje humor, een beetje geloven. En van net zo lang herhalen tot je het zelf gelooft: mócht het al zo zijn dat je een keer valt, door welke mand dan ook, zijn er altijd armen om je op te vangen.
There’s no shame in sharing how you’re feeling
There’s no gain in keeping your pain inside
Let go of your burden, one thing is certain
We all need a little mercy sometimes
Hold on, you’re only a heartbeat away
From turning your world around
Hold on, nothing’s ever over
No matter how far you fall down
All that once was lost can be found
Mooi, MC, ik herken me er ook in!
LikeLike
Hoi, prachtig, meer dan dat en een mooi lied. Ik wil met jou nog wel eens door de mand vallen.
LikeLike
Met liefde! Samen door manden vallen is altijd leuker 🙂
LikeLike