Er zijn veel redenen voor het feit dat ik nog nooit een cursus stijldansen gevolgd heb. Een dubieus gevoel voor ritme, klungelige armen en benen en een stiekeme voorliefde voor Skyradio-muziek spelen daar zeker in mee. Maar het grootste struikelblok is de vraag van de rolverdeling: leid ik, of word ik liever geleid?*
Je voelt vast wel aankomen dat die vraag niet alleen voor het dansen opgaat. Soms is het heel lekker om je met de stroom mee te laten drijven en de leiding aan anderen over te laten – ik ben niet degene die in een groep als eerste haar mond opentrekt en het voortouw neemt. Schroom, verlegenheid, onzekerheid: het speelt allemaal mee. Tegelijkertijd huist er een controlfreak in mij die juist wél graag de touwtjes in handen heeft. Hoe breng je dat bij elkaar? In m’n dagelijks leven lukt dat aardig, maar hoe kijk ik daar als toekomstige predikante tegenaan?

Over predikantschap en leiderschap is al heel wat geschreven. Ook theologische beschouwingen over Gods (al dan niet) leidende invloed in ons leven zijn er genoeg – no worries, ik ga hier geen pleidooi houden voor de (al dan niet) vrije wil, voorzienigheid, etc.
In een gesprek vorige week haalde mijn gesprekspartner een lied van Huub Oosterhuis aan: “Gij die mijn leven zo geleid hebt tot hiertoe, dat ik nog leef.”
Of ik dat zo kon zien, in letterlijke en/of figuurlijke zin. Slik.
Het lijkt mij soms fijn om hier simpelweg “ja” op te kunnen zeggen, zonder mitsen en maren. “God leidt mijn leven”, punt. De controlefreak in mij begint echter heftig te steigeren bij zo’n uitspraak: hoe zit het dan met vrije wil, hoe doet God dat dan en wat betekent het dan voor de dingen die niet goed lopen (is dat “Gods wil”)?
Hoe graag ik die controle ook heb, soms is het ook fijn om haar los te kunnen laten. Om even geen belangrijke beslissingen te hoeven nemen, om je even te kunnen toevertrouwen. Om even weer ‘klein’ te mogen zijn.

“Gij die mijn leven zo geleid hebt tot hiertoe, dat ik nog leef.” Kan, wil ik dat zo zien? Ik blijf het een lastige vraag vinden. Ik voel me door mijn leven heen wel op een zekere manier gedragen – door mensen, of door God? Waar begint het ene en houdt het andere op? Wat ik wel weet, is dat er op beslissende momenten tot nu toe altijd weer een wending ten goede is gekomen. Nieuwe ideeën, onverwacht licht, lieve mensen op mijn weg.
Leiding? Of een soort basis, een dragende kracht, zoals de adelaarsvleugels waar ik al eerder over schreef.
Gij die geroepen hebt “licht”, en het licht werd geboren
en het was goed, het werd avond en morgen, tot op vandaag.
Gij die geroepen hebt “o mens”, en wij werden geboren.
Gij die mijn leven zo geleid hebt tot hiertoe dat ik nog leef.
Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart
die mij hebt gezien, eer ik werd geboren.
En dan met mijn ietwat schuchtere, onzekere zelf een gemeentebijeenkomst leiden binnenkort, en een viering. Het heeft ook wel wat, om af en toe in die rol te staan.
En je hoeft het misschien ook niet allemaal te weten/te kunnen: een voor-ganger is ook maar een ‘ganger’, net als de rest van de gemeente: iemand die gáát, een reiziger. Iemand op weg, een pilgrim. Zoekend, misschien soms vindend.

Leiden, geleid worden – een beetje van beiden, misschien. Ik zie het wel. Tot die tijd probeer ik me soms met de stroom mee te laten drijven, en er soms dwars tegenin te gaan. En van tijd tot tijd lekker hard Skyradio aan te zetten en te dansen in de woonkamer: niet leidend, niet geleid, maar lekker los en vrij.
*= Traditioneel gezien leidt de man de vrouw (da’s nog een discussie apart, trouwens) – maar als ik nu met mijn vrouw een cursus zou volgen, hoe verdelen we het dan? Nu kun je natuurlijk denken, “dan ga je toch gewoon met een man dansen?” en daar lijkt me in principe niets op tegen, afgezien van het feit dat ik er dan per definitie voor kies om geleid te worden – et voilá, we zijn weer terug bij hetzelfde dilemma!
Heilzame openheid, mooi beschreven. Schuchterheid en vastberadenheid zijn in samenspel fundamenteel in het predikantschap, is mijn ervaring. Verder kwam bij mij boven een hoofdstuktitel van het nieuwe boek van Erik Borgman ‘Waar blijft de kerk?’: “De situatie als roeping” – wie en waar je bent kleurt en bepaalt de manier waarop je aan je geroepen-zijn invulling geeft – dat is de enige weg, je kunt nooit loskomen van de plaats waar je bent en moet dat ook niet willen. Dus: ga vooral zo door, Emsi!
LikeLike