“I haven’t been everywhere, but it’s on my list,” schreef Susan Sontag ooit. Avontuur en (verre) reizen staan ook zeker op mijn lijstje, maar ik ontdek de laatste tijd dat ik daarvoor niet per definitie de deur uit hoef. Avontuur zit ook in kleine, nieuwe dingen: een voorzichtige poging tot een nieuwe gewoonte, het uitproberen van een nieuwe gedachte, het lezen van een nieuw boek.Slapen is bij tijd en wijle niet mijn sterkste kant en in het holst van de nacht geduldig schaapjes tellen ook niet. Maar ook dit nadeel heeft zijn voordeel: ik vind weer tijd om iets anders dan een studieboek te lezen. En zo gaat er bladzijde voor bladzijde een wereld voor me open, ga ik op reis en beleef ik een avontuur.



De laatste tijd las ik Een parel in Gods ogen, De onwaarschijnlijke reis van Harold Fry en Reasons to stay alive. Stuk voor stuk boeken die me raakten, elk op hun eigen manier. Henri Nouwen’s bespiegelingen raakten me soms recht in mijn hart en zetten aan tot verder denken. Harold’s reis was ontroerend en herkenbaar (hoewel ik nooit gepoogd heb om te voet heel Engeland te doorkruisen). En Matt Haig’s Reasons to stay alive kocht ik op het station en om het vervolgens tijdens de twee uur durende treinreis in een adem uit te lezen. Rauw, eerlijk, pijnlijk herkenbaar maar ook ontzettend hoopgevend: het boek bood herkenning, troost en perspectief. Een absolute aanrader voor iedereen die iets wil weten over pijn, depressie, angst, en over liefde en voluit (leren) leven. Hier kun je een klein stukje lezen!
Er is nog een avontuur dat ik binnenkort aan zal gaan. Na veel wikken, wegen en praten heb ik besloten om het komende blok toch de pastorale training te gaan volgen. Een ongetwijfeld intensief proces, waarbij trainingsdagen afgewisseld worden met pastoraat op de stageplek. Kan ik dat überhaupt, vroeg ik me af, en vooral: kan ik dat nú? Moet er niet meer innerlijke rust en stabiliteit zijn voor ik hieraan begin? Ben ik wel voldoende voorbereid op en uit-/toegerust voor deze reis?
Eerlijk gezegd weet ik dat nog steeds niet. Ik weet wél dat eraan beginnen de enige manier is om daar achter te komen. “Het hoeft niet perfect,” zei mijn stagebegeleidster. “Je mag leren. Je mag bibberen van de zenuwen en denken ‘oh help’. Je mag fouten maken, en daarvan leren.”
Wijze woorden, waar ik me de komende periode (soms al bibberend, waarschijnlijk) aan vast zal zouden. Het is spannend, op zowel een zenuwachtige als ook op een fijne manier. Een ding is zeker: het wordt een onvergetelijke reis.
